Dienstbaarheid
Zoals iedere vrije beroepsbeoefenaar wordt de architect geacht tegelijk zijn opdrachtgever en zijn vak te dienen. De potentiële discrepantie tussen beide vormt de essentie van het vrije beroep. En de vrije beroepsbeoefenaar is opgeleid om daarin de juiste balans te vinden en te bewaren. Maar waar van advocaten en medisch specialisten e.d. verondersteld wordt dat ze hun cliënten en patiënten binnen de kaders van de wet, respectievelijk de medische ethiek zo goed mogelijk van dienst zijn, is de communis opinio over architecten een hele andere: zij dienen niet zozeer hun opdrachtgever, maar vooral hun vak, de architectuur, met een sterke nadruk op de esthetische component . En vaak is dat ook zo. Maar met een dergelijke beroepsopvatting kom je niet ver in de bestaande stad, waar ontwerpen realistisch en onderhandelbaar moeten zijn, waar de architect niet alleen maar dienstbaar kan zijn aan zijn vak, maar ook zijn opdrachtgever en de stad, het stedelijk leven moet bedienen. Wil de architect in de bestaande stad een prominente rol spelen, dan kan hij zich niet langer beroepen op de autonomie van de architectuur, maar zal hij die dienstbaar aan de opgave moeten maken. Er is niet alleen behoefte aan goede ideeën, maar ook aan goede service. Gevraagd zijn een open ontwerphouding, de bereidheid tot intensieve samenwerking en communicatieve vaardigheden die de ethiek van het vak voor anderen inzichtelijk kunnen maken.
Leidt deze prominente rol dan ook tot goede architectuur? Niet altijd, net zo min als de bemoeienis van een advocaat per definitie een gewonnen rechtszaak oplevert of het snijden van een chirurg in een geslaagde operatie resulteert. Daarvoor zijn andere partijen en externe factoren teveel van invloed op het uiteindelijke resultaat. De inzet van de professionals is in alle gevallen wel dezelfde, namelijk om binnen de kaders van hun vak het beste resultaat voor hun klant te bereiken. En dat is wat biq te bieden heeft.